Nederland, Spanje en Oostenrijk riepen woensdag op tot dringende maatregelen om de klimaatcrisis aan te pakken. Tijdens de VN-topconferentie over klimaatactie benadrukten ze zowel de geboekte vooruitgang als de resterende uitdagingen.
De Spaanse premier Pedro Sanchez zei dat dit jaar bijna 200.000 hectare in heel Europa is afgebrand, met het warmste zomer ooit.
"De klimaatnoodtoestand neemt toe, maar de ambitie om deze het hoofd te bieden, neemt helaas af. Dat is onacceptabel", zei hij, en benadrukte de noodzaak om bijgewerkte nationaal vastgestelde bijdragen (NDC's) in te dienen.
Garantie voor leefbaar omgeving
Premier Dick Schoof benadrukte het belang van internationale samenwerking en langetermijnengagement sinds het Klimaatakkoord van Parijs.
"Ik denk dat we gerust kunnen stellen dat er veel is bereikt, maar nog niet genoeg. Meer actie en meer internationale samenwerking zijn essentieel om een leefbare omgeving te garanderen en de bestaansmiddelen veilig te stellen voor de huidige generatie en vele toekomstige generaties", zei hij.
Hij merkte verder op dat de groene transitie kansen biedt voor investeringen in hernieuwbare energie, waterbeheer en voedselzekerheid.
Klimaatneutraliteit in 2040
De Oostenrijkse president Alexander Van der Bellen benadrukte de binnenlandse vooruitgang van Oostenrijk, waaronder een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 14% in drie opeenvolgende jaren.
Hij zei dat Oostenrijk bezig is met het afronden van een nieuwe klimaatwet die streeft naar klimaatneutraliteit in 2040, een decennium eerder dan de doelstelling van de Europese Unie.
"Net als veel andere landen hebben ook wij te maken met budgettaire beperkingen, maar niets doen zou uiteindelijk veel duurder uitpakken dan nu investeren in een klimaatneutrale economie", voegde Van der Bellen eraan toe.