Het was feest aan beide kanten van de oceaan. Dinsdag 25 november markeerde precies vijftig jaar onafhankelijkheid van Suriname. Onder het motto "Niemand bepaalt meer voor ons" en "We zijn jarig" werd de historische mijlpaal gevierd met ceremonies, parades en feesten in zowel Paramaribo als diverse Nederlandse steden.
De festiviteiten op 'Srefidensi Dey' begonnen in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo stipt om middernacht met een grote vuurwerkshow. De dag zelf stond in het teken van officiële plechtigheden, waaronder kransleggingen en een groot militair defilé dat door jong en oud langs de route werd bekeken.
Toekomstvisie en oliewinning
Tijdens een speciale vergadering van De Nationale Assemblée sprak de Surinaamse president Jennifer Geerlings-Simons het parlement toe. Ze blikte terug op 25 november 1975, de dag waarop gouverneur Ferrier, premier Den Uyl en koningin Juliana het onafhankelijkheidsverdrag ondertekenden. Volgens Simons zette Suriname destijds de eerste stap op basis van "geloof en vertrouwen in eigen kracht".
Tegelijkertijd was de boodschap van de president realistisch: het land is volgens haar nog niet volledig onafhankelijk. "Om echt op onze eigen benen te staan, zullen we economische en psychologische zelfstandigheid moeten realiseren." Simons benadrukte dat er vijftig jaar geleden door interne strijd geen toekomstplan was, en dat het nu tijd is voor een 'roadmap'. Ze wees daarbij op de grote kansen die de aanstaande oliewinning biedt, maar waarschuwde ook: "We moeten onze weg vinden in een wereld die wij niet sturen."
Nederlandse delegatie
Namens Nederland was demissionair premier Dick Schoof aanwezig bij de festiviteiten en de receptie op het presidentieel paleis. Hij werd vergezeld door de premiers van Curaçao (Gilmar Pisas) en Sint-Maarten (Luc Mercelina). "Er zijn natuurlijk ook veel Surinamers in Nederland en daarom vond ik het belangrijk om hier te zijn," verklaarde Schoof.
Ook in Nederland werd uitgebreid stilgestaan bij het jubileum. In Amsterdam opende koning Willem-Alexander officieel het Suriname Museum, waarbij hij het land feliciteerde en aangaf uit te kijken naar het staatsbezoek van volgende week. Eerder op zondag werd de viering al ingeluid in het Concertgebouw.
Almeerse trots in de regen
Een bijzondere rol was weggelegd voor Almere, de stad met de grootste Surinaamse gemeenschap van Nederland (circa 11 procent van de inwoners). In het Mandelapark verzamelde zich dinsdagochtend een groep in klederdracht om, ondanks de mist en regen, de vlaggen van Suriname, Nederland en Almere te hijsen.
Hoewel de opkomst door het slechte weer en verwarring over de locatie wat tegenviel, was de sfeer verbindend. Simon Karijodikromo, die de eer had de vlaggen te hijsen, verwoordde het gevoel van veel aanwezigen: "Als voormalige kolonie hebben we altijd een verbinding. En die verbinding gaan we vandaag laten zien." Na het zingen van de volksliederen werd de dag in Almere voortgezet met een feestelijke avond in het stadhuis, inclusief toespraken van burgemeester Hein van der Loo.
