Polen heeft onlangs bijna 20 vermoedelijke Russische drones gedetecteerd en soortgelijke incidenten zijn waargenomen in Roemenië, Estland, Noorwegen, Zweden en Finland. Vermeende drones hebben eveneens luchthavens in Oslo, Kopenhagen en München verstoord.
Na de invallen kondigde voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen formeel een EU-inspanning aan om drones te weren.
Nu het voorstel echter van retoriek naar strategie evolueert, hebben toenemende politieke en logistieke obstakels ervoor gezorgd dat analisten twijfelen aan het succes van het plan.
Conflict over naam
De "Drone Wall", oorspronkelijk geïntroduceerd door Litouwen, werd aanvankelijk geprezen als een belangrijke stap in de collectieve verdediging, maar de naam legde al snel de verdeeldheid binnen Europa bloot.
"Er is veel discussie geweest over de beslissing om het aanvankelijk de dronemuur te noemen, en in werkelijkheid hebben ze de naam veranderd", vertelde Matteo Ilardo, Europa-analist bij RENA, aan Anadolu.
Door het te omschrijven als een "muur", verduidelijkte hij, suggereerde hij een "ondoordringbare, geografisch verankerde" barrière gericht op het Oosten – een idee dat grotere westerse landen verontrustte.
Inspelend op die zorgen stelde de Franse president Emmanuel Macron dat Europa zijn collectieve luchtverdedigings- en afschrikkingscapaciteiten zou moeten versterken in plaats van te vertrouwen op het concept van een "dronemuur", dat hij "niet helemaal praktisch" noemde.
"Het impliceerde in wezen dat dit voornamelijk een Oost-Europese kwestie was, en dat het aanzienlijk ambitieuzer zou zijn dan wat Europeanen in de praktijk realistisch gezien kunnen bereiken", aldus Ilardo.
Het project is omgedoopt tot het European Drone Defense Initiative.
Maar, zoals Ilardo opmerkte, "duidt dat op twee dingen: het ambitieniveau dat aan het initiatief ten grondslag ligt en de meningsverschillen tussen de lidstaten over het doel ervan."
Gedeelde bescherming of verdeelde verdediging?
Hoewel Von der Leyen het initiatief omschreef als "een verenigd Europees schild", wordt het nog steeds gehinderd door typische EU-conflicten over soevereiniteit, financiering en gedeeld vertrouwen.
Talrijke oostelijke staten, die verantwoordelijk zijn voor de huisvesting van het grootste deel van de infrastructuur, beschikken niet over de middelen om dit onafhankelijk te financieren.
Naast de financiële plannen bestaat echter ook de kwestie van vertrouwen. De eenheid van het blok wordt al lang op de proef gesteld door de relaties met regeringen zoals Hongarije en Slowakije.
Structurele obstakels
Naast de politiek kampt Europa met een diepgaander probleem: verouderde luchtverdedigingssystemen en onsamenhangende commandostructuren.
"Het realiseren van een systeem dat soepel functioneert tussen de lidstaten vereist de afstemming van dreigingsevaluaties, inzetprotocollen en technische specificaties", aldus Ilardo.
Hij merkte op dat het samenbrengen van meer dan 20 nationale strijdkrachten binnen één kader een behoorlijke uitdaging is.
"Wat Brussel ook voorstelt, het eindigt meestal in een compromis dat de intentie ervan verwatert, minder ambitieus, kleiner en minder effectief wordt", aldus Ilardo.
Het voorgestelde systeem zou zich oorspronkelijk over bijna 6000 kilometer (3730 mijl) uitstrekken langs de oostgrens van de EU, van de grens tussen Finland en Rusland tot aan de Zwarte Zee.
"Europa is momenteel afhankelijk van dure conventionele methoden om objecten te onderscheppen die geen drones zijn, maar meestal raketten of vliegtuigen", merkte Ilardo op.
Momenteel testen lidstaten een combinatie van elektronische oorlogsvoering, kinetische onderscheppers, luchtafweersystemen en zelfs laserwapens.
Elk systeem heeft echter zijn nadelen.
"Het zou ofwel kostbaar zijn ofwel te lang duren om het uitsluitend op één technologie te richten", aldus Ilardo.
Oekraïense kennis
Door de jaren heen heeft Oekraïne zich dankzij zijn gevechtservaring ontwikkeld tot een belangrijke speler in de droneproductie en -bestrijdingsstrategieën.
"Ilardo stelde dat Europese landen momenteel in Oekraïne investeren voor de ontwikkeling en productie van drones, ondanks de aanhoudende oorlog." "Dat geeft aan dat ze geloven in het nut van samenwerking met Oekraïne."
Desalniettemin zal het integreren van Oekraïense innovatie in de Europese defensiesector complex zijn.
"Europa moet zijn defensiesysteem aanpassen aan de huidige situatie in Oekraïne, of Oekraïne ondersteunen zodat het zich kan aanpassen aan het Europese systeem", stelde hij.
'Dronebarrière' bedoeld om interne conflicten te verdoezelen?
Volgens Olga Krasnyak van de Russische Nationale Onderzoeksuniversiteit – Hogere School voor Economie in Moskou, wordt de "dronemuur" meer gezien als een politieke verklaring dan als een echt defensie-initiatief dat bedoeld is om interne verdeeldheid binnen de EU te verhullen.
"Dit geeft aan dat de pogingen van de EU om haar militaire capaciteiten te versterken worden belemmerd door onvoldoende middelen en toenemende binnenlandse uitdagingen, zoals indicatoren van economische neergang, de migrantencrisis en vooral de instabiliteit in het binnenlands beleid en het gebrek aan politieke leiders die daadwerkelijk prioriteit geven aan nationale belangen", verklaarde ze tegenover Anadolu.
Krasnyak merkte op dat de strategische soevereiniteit van de EU aanzienlijk is verzwakt door de strategische dominantie van de VS sinds het begin van de oorlog in Oekraïne.
Ze beweerde ook dat deze defensie-inspanningen slechts een voortzetting zijn van de aanhoudende strategie van het Westen ten aanzien van Moskou.
"Ze stelde dat het benadrukken van Rusland als een gevaar een bekende strategie is om het publiek af te leiden van de belangrijke kwesties van de EU."











