De verbluffende overwinning van Geert Wilders' Partij voor de Vrijheid (PVV) bij de Nederlandse verkiezingen van november 2023 was geen plotselinge politieke aardverschuiving, maar het hoogtepunt van een twee decennia durend project om het anti-islam-sentiment in het hart van Europa te normaliseren. Met 37 zetels werd hij de grootste partij van Nederland en heeft Wilders zijn eens marginale ideologie met succes naar de politieke hoofdstroom weten te brengen, iets wat een diepe en blijvende stempel drukte op het sociale en politieke weefsel van de natie.
De Oorsprong van een Ideologie
Hoewel hij geboren en getogen is in Nederland, werd Wilders' politieke wereldbeeld door een ander land gevormd, namelijk Israël. Toen hij 18 was reisde hij naar het land en verbleef daar zo’n jaar lang. Deze periode bracht hem een "levenslange liefde voor het land" bij en, na reizen door naburige Arabische landen, een diepe vijandigheid jegens de islamitische wereld. Deze ervaring creëerde het neo-oriëntalistische kader dat zijn carrière zou bepalen: een scherpe scheiding tussen een "beschaafd" joods-christelijk Westen en een "achterlijk", dreigend islamitisch Oosten.
Hij begon zijn carrière bij de VVD, maar brak in 2004 met de partij vanwege zijn verzet tegen de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU. De timing was perfect. In de nasleep van de moorden op populist Pim Fortuyn (2002) en filmmaker Theo van Gogh (2004) golfde een anti-islamitisch sentiment door Nederland, wat een politiek vacuüm op rechts creëerde dat Wilders maar al te graag opvulde. In 2006 richtte hij de Partij voor de Vrijheid (PVV) op, een politiek vehikel dat volledig was opgebouwd rond zijn persoonlijkheid en zijn unieke, compromisloze platform.
De Wilders-Doctrine
De ideologie van Geert Wilders is gebouwd op drie pijlers: een onophoudelijke kruistocht tegen de islam, nativistisch populisme en euroscepsis.
Het centrale, ononderhandelbare principe is zijn aanval op de islam, die hij niet als religie beschouwt, maar bestempelt als een "fascistische ideologie". Zijn meest opruiende bewering is de vergelijking van de Koran met Adolf Hitlers Mein Kampf, en hij heeft herhaaldelijk opgeroepen tot een verbod op het "vreselijke boek" in Nederland.
Dit vertaalt zich in een concrete beleidsagenda van "de-islamisering", die een verbod op nieuwe moskeeën, de sluiting van alle islamitische scholen en zelfs een voorgestelde belasting op hoofddoeken omvat, die hij beledigend de "kopvoddentax" noemde. Zijn film Fitna uit 2008 probeerde visueel een verband aan te tonen tussen islamitische geschriften en terrorisme, wat wereldwijde verontwaardiging veroorzaakte.
Deze anti-islamfocus is verbonden met een breder nativistisch populisme. Nativisme is een politieke ideologie die de belangen van de zogenaamde 'eigen' bevolking boven die van immigranten stelt. Wilders’ slogan, "Nederland weer van ons", vindt weerklank bij kiezers die zich zorgen maken over immigratie.
Hij heeft een bijzondere afkeer van Nederlandse burgers van Marokkaanse afkomst, die hij "tuig" heeft genoemd. Tijdens een bijeenkomst in 2014 leidde hij zijn aanhangers in een berucht "Minder! Minder! Minder!" gezang tegen Marokkanen, een moment dat leidde tot zijn veroordeling voor het aanzetten tot discriminatie.
De derde pijler is een fervent euroscepsis, waarbij hij pleit voor een Nederlandse uittreding uit de EU ("Nexit"). Internationaal is Wilders een sleutelfiguur geweest in het opbouwen van een transnationaal netwerk van extreemrechtse partijen, waarbij hij allianties smeedde met figuren als de Hongaarse Viktor Orbán en de Franse Marine Le Pen.
Binnen dit netwerk dient islamofobie als de ideologische lijm, die hun nationalistische projecten kadert als een grootse, continentale strijd om het "joods-christelijke" Europa te verdedigen tegen een vermeende "islamitische invasie".
Een Klimaat van Genormaliseerde Vijandigheid
Wilders' retoriek heeft tastbare gevolgen gehad, door een klimaat van angst te bevorderen en vijandigheid jegens moslims te normaliseren. De European Islamophobia Reports hebben deze trend consequent gedocumenteerd, met details over fysieke aanvallen, bedreigingen en de ontheiliging van moskeeën met uitwerpselen en beledigende posters.
Dit klimaat heeft geleid tot een diepe erosie van vertrouwen. Een studie wees uit dat 84% van de slachtoffers van islamofobe incidenten geen aangifte doet, in de overtuiging dat er "toch niets mee gedaan wordt". In een minidocumentaire serie genaamd “Dutch Others” (Nederlandse Anderen) geproduceerd TRT World merkte expert Arnold Yasin Mol op dat hoewel er al lang een vooroordeel tegen moslims bestaat in Nederland, figuren als Wilders dit "luider en explicieter" hebben gemaakt. Na zijn overwinning in 2023 uitten leiders van de moslimgemeenschap enorme "nood en angst", waarbij één van hen publiekelijk de vraag stelde of moslims "nog wel veilig zijn in Nederland".
Conclusie: Nalatenschap van Polarisatie
Geert Wilders, de man die de laatste regering ten val bracht, leidde opnieuw in de peilingen samen met D66. Voor zijn aanhangers was zijn weigering om compromissen te sluiten over een harde immigratieagenda geen politiek falen, maar een principiële stellingname, wat zijn imago als de enige authentieke stem tegen een falend establishment versterkte. Hoewel het momenteel een nek-aan-nekrace is met D66, ligt Wilders’ ware succes niet in het aantal stemmen en zetels dat hij wel of niet krijgt. Zijn echte overwinning is ideologisch van aard.
In twintig jaar tijd is hij erin geslaagd het politieke zwaartepunt van het land te verschuiven. Tijdens de campagne hebben zelfs gematigde partijen hun retoriek over migratie aangescherpt en kaders en taalgebruik overgenomen die voorheen voorbehouden waren aan extreemrechts. Hoewel de verkiezingen van 2025 mogelijk een einde hebben gemaakt aan zijn directe greep op de macht en zijn status als politieke paria hebben bevestigd (voorafgaand aan de stemming sloten alle grote mainstream partijen een coalitie met hem uit, omdat ze hem als een onbetrouwbare en chaotische partner beschouwden), blijft zijn invloed voortleven in het discours van de partijen die nu zonder hem gaan regeren. Zijn nalatenschap is de normalisering van “openlijke vijandigheid” en het ontstaan van een gepolariseerde samenleving – een uitdaging die de Nederlandse politiek nog lang na het tellen van de stemmen zal bepalen.


















