Palestijnse kinderen in België verliezen nationaliteit na acties Dienst Vreemdelingenzaken
De Federale Ombudsman heeft de DVZ echter al meermaals op de vingers getikt en noemt de handelwijze onwettig. De Ombudsman benadrukt dat de toekenning van nationaliteit een exclusieve bevoegdheid is van de ambtenaar van de burgerlijke stand
Drie prominente mensenrechteninstanties trekken in een gezamenlijk advies aan de alarmbel over een praktijk waarbij kinderen van Palestijnse ouders hun Belgische nationaliteit verliezen. Sinds 2023 zijn tientallen in België geboren kinderen hun nationaliteit kwijtgeraakt na tussenkomst van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Dit plaatst de betrokken gezinnen in een juridisch vacuüm en dreigt kinderen staatloos te maken.
Het advies, gepubliceerd op 2 december 2025, is opgesteld door het Federaal Migratiecentrum Myria, het Vlaams Kinderrechtencommissariaat en hun Franstalige tegenhanger DGDE. Zij waarschuwen dat de huidige gang van zaken indruist tegen het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en het VN-Verdrag tot beperking van staatloosheid.
Strijd tegen 'misbruik' of illegale inmenging?
De kern van de discussie draait om artikel 10 van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit. Dit artikel bepaalt dat een kind dat in België wordt geboren en anders staatloos zou zijn, automatisch de Belgische nationaliteit krijgt. Tot voor kort werd dit vaak toegepast op kinderen van Palestijnse ouders, aangezien de erkenning van een Palestijnse staat internationaal complex ligt en veel ouders geen andere nationaliteit kunnen doorgeven.
Sinds de zomer van 2023 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken echter in meer dan 170 dossiers brieven gestuurd naar gemeenten en parketten. De DVZ stelt dat er sprake is van misbruik, waarbij ouders via de nationaliteit van hun kind verblijfsrecht of gezinshereniging proberen te verkrijgen. Volgens Paulien Blondeel, woordvoerder van de DVZ, komen sommige vrouwen specifiek naar België om te bevallen en zo rechten te verwerven. Minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) steunt deze aanpak en stelt dat de DVZ terecht lokale ambtenaren "sensibiliseert".
De Federale Ombudsman heeft de DVZ echter al meermaals op de vingers getikt en noemt de handelwijze onwettig. De Ombudsman benadrukt dat de toekenning van nationaliteit een exclusieve bevoegdheid is van de ambtenaar van de burgerlijke stand en dat de DVZ geen autoriteit heeft om hierin instructies te geven.
Rechtsonzekerheid en willekeur
De gevolgen voor de betrokken gezinnen zijn groot. Zeker 44 kinderen zagen hun nationaliteit al ingetrokken of gewijzigd naar 'Palestijns' of 'onbepaald' in het Rijksregister, al ligt het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger. Mensenrechtenorganisaties spreken van een "juridische loterij": omdat elke gemeente autonoom beslist, is de behandeling van dossiers ongelijk en afhankelijk van de woonplaats.
Het verlies van de Belgische nationaliteit heeft verstrekkende gevolgen. Kinderen verliezen hun Europees burgerschap en de daarbij horende rechten. Ouders verliezen vaak hun afgeleide verblijfsrecht, het recht op het Groeipakket (kinderbijslag) wordt ingetrokken en soms zelfs teruggevorderd, en gezinshereniging met familieleden in conflictgebieden zoals Gaza wordt onmogelijk gemaakt. In sommige gevallen leidt dit tot situaties waarin kinderen effectief staatloos worden, wat een directe schending is van internationale verdragen.
Oproep tot moratorium
In hun advies van 2 december roepen Myria, het Kinderrechtencommissariaat en de DGDE op tot dringende maatregelen. Ze vragen om:
- Een moratorium op intrekkingen: Zolang er geen uniforme regeling is, moet de praktijk worden gestopt.
- Het belang van het kind voorop: Bij elke beslissing moet het belang van het kind de eerste overweging zijn, zoals verplicht door het kinderrechtenverdrag.
- Bewijslast: De Belgische nationaliteit mag niet worden ingetrokken tenzij onomstotelijk bewezen is dat het kind recht heeft op een andere nationaliteit.
- Evenredigheidstoets: Er moet verplicht getoetst worden of het verlies van nationaliteit proportioneel is in verhouding tot de impact op het gezinsleven.
De organisaties hopen dat deze aanbevelingen leiden tot een geharmoniseerde toepassing van de wet, zodat een einde komt aan de "complete rechtsonzekerheid" waarin deze gezinnen momenteel verkeren.