Twee bemanningsleden raakten gewond tijdens de aanval maandag in de Rode Zee/Golf van Aden; ze worden behandeld in een ziekenhuis in Djibouti.
De overige negentien bemanningsleden werden kort na de aanval door de EU-marineoperatie Aspides aan land gebracht. Er waren geen Nederlandse burgers aan boord; de bemanning bestond uit Filipino's, Sri Lankanen, Russen en Oekraïners.
Van Weel beschrijft de Houthi's als een "aanzienlijk gevaar voor de vrijheid van navigatie" en vraagt, naast het vermelden van hen als terroristen, om verdere sancties van de lidstaten.
Houthi’s redenen voor aanval
De Houthi-militie beweert dat ze het schip aanvielen vanwege de aanwezigheid ervan in een of meer Israëlische havens. Spliethoff, de scheepvaartbedrijf, heeft dit echter niet geverifieerd en blijft volhouden dat het schip in overeenstemming met het internationaal recht door het getroffen gebied voer en geen lading vervoerde.
De MV Minervagracht heeft aanzienlijke schade opgelopen, maar de brand aan boord is geblust en er is geen water in het schip, aldus Spliethoff.
De eigenaar verwacht dat het schip kan worden weggesleept en werkt samen met internationale autoriteiten en bergingsbedrijven.
De Rode Zee is niet te passeren
De aanval maakt deel uit van een reeks Houthi-activiteiten sinds het begin van het conflict in Gaza: ongeveer honderd schepen zijn het doelwit geweest en vier zijn gezonken.
Dit gebeurde vanwege de commerciële activiteiten die deze schepen uitvoerden richting het genocidale Israël. Hierdoor mijden talloze rederijen nu de routes via de Rode Zee en de Golf van Aden.