Belgische minister van Defensie Francken op bezoek aan Oostflank

Volgens de minister beschouwt Moskou het verlies van de Baltische staten in 1991 nog steeds als een historische fout die rechtgezet moet worden.

By
Het huidige Belgische detachement verlaat eind deze maand Litouwen, maar de Belgische aanwezigheid aan de oostflank blijft gegarandeerd. / x

Belgisch minister van Defensie Theo Francken (N-VA) en Chef Defensie Frederik Vansina hebben een intensief bezoek gebracht aan de Belgische troepen in Polen en Litouwen. De conclusie van het bezoek is tweeledig: aan de NAVO-buitengrenzen houdt men serieus rekening met een aanstaande Russische invasie, en het Belgische leger moet in sneltempo moderniseren met drones. "Het is niet de vraag óf er een invasie komt, maar wanneer."

In Litouwen ontplooide België afgelopen zomer ruim 200 militairen als onderdeel van de ‘enhanced Forward Presence’ (eFP) van de NAVO. Het Belgische detachement maakt in kamp Rukla deel uit van een battlegroup van 1400 soldaten onder Duits bevel. Na overleg met de Litouwse legerleiding en minister van Defensie Robertas Kaunas, schetste Francken een grimmig beeld van de veiligheidssituatie.

De Russische dreiging

Volgens de minister beschouwt Moskou het verlies van de Baltische staten in 1991 nog steeds als een historische fout die rechtgezet moet worden. “Dmitri Medvedev noemt deze landen steevast ‘onze Baltische provincies’. De vraag is niet of het Poetin-regime ze terug wil, maar hoe wij een conflict kunnen vermijden,” aldus Francken.

De sfeer onder de lokale bevolking en de troepen is gespannen. Litouwen wordt geconfronteerd met hybride dreigingen, zoals smokkelballonnen uit Wit-Rusland en verstoringen van het luchtruim. Een Belgische officier ter plaatse bevestigt dat het sentiment is omgeslagen: “Ik ben hier sinds 2021 en de Litouwers bereiden zich echt voor op oorlog. Het voelt steeds minder als een oefening.”

Bikkelharde training en rouw

Om een "sterke vuist" te kunnen maken tegen deze dreiging, trainen de Belgen intensief. Francken was in de Litouwse bossen getuige van overlevingsoefeningen in ijskoud water en artillerietrainingen waarbij snelheid cruciaal is om tegenvuur te vermijden. “Tijdens gesimuleerde gevechten waren onze artilleristen sneller weg dan andere NAVO-teams,” noteerde de minister tevreden.

Het bezoek stond ook in het teken van rouw. Het detachement verloor recent hun collega Danfo tijdens een schietoefening. Francken en Vansina spraken de troepen toe bij het kampvuur om hen een hart onder de riem te steken.

Lessen uit Oekraïne: De dronerevolutie

Eerder stopte de delegatie in Polen, waar zo’n dertig Belgische militairen Oekraïense soldaten opleiden in het kader van de Europese missie EUMAM. Hier vindt een cruciale kennisuitwisseling plaats. Terwijl de Belgen training geven in leiderschap en tactiek, delen de Oekraïense veteranen hun ervaringen uit de loopgraven.

De belangrijkste les is de dominante rol van drones. “Tegenwoordig wordt alles met drones gedaan, van verkenning tot aanvallen,” vertelde een instructeur. “De toekomst van oorlogsvoering ligt hier.” België heeft op dit vlak een achterstand opgelopen, maar maakt nu een inhaalbeweging.

Francken kondigde aan dat de regering groen licht heeft gegeven voor de aankoop van 1500 mini-drones ter waarde van 140 miljoen euro. Het doel is om deze technologie tot op pelotonsniveau te integreren, zodat elke eenheid leert om ermee te observeren, aan te vallen én zich ertegen te verdedigen.

Toekomst

Het huidige Belgische detachement verlaat eind deze maand Litouwen, maar de Belgische aanwezigheid aan de oostflank blijft gegarandeerd. Volgend jaar stuurt Defensie vier F-16’s voor luchtruimbewaking en zullen marineschepen patrouilleren in de Baltische Zee.

Ook de steun aan Oekraïne blijft onverminderd. Uit gesprekken met Oekraïense militairen bleek dat de strijdlust groot blijft. “Ze kijken uit naar een wapenstilstand, maar niet als dat betekent dat ze grondgebied moeten opgeven. Dat is voor hen een rode lijn,” besloot Francken.