Voertuigen die niet emissievrij zijn, mogen vanaf 2035 mogelijk niet meer worden verkocht in de EU. Voorlopig betekent dit niet dat de EU helemaal zal stoppen met de verkoop van auto's met verbrandingsmotoren.
In theorie zouden autofabrikanten die meer dan 1.000 voertuigen per jaar verkopen, ook voertuigen met emissievrije verbrandingsmotoren kunnen aanbieden, zolang de brandstof die in deze voertuigen wordt gebruikt klimaatneutraal is.
Reactie in Duitsland
De Duitse bondskanselier Friedrich Merz drong er dinsdag bij de Europese Unie op aan om de wetgeving inzake elektrische voertuigen “flexibeler” te maken. Hij doet dit deels om de zorgen van de Duitse autosector weg te nemen, die begint te twijfelen aan het verbod op de verkoop van voertuigen met verbrandingsmotoren in 2035.
Bij de opening van de autosalon van München verklaarde Merz: “We zijn natuurlijk fundamenteel toegewijd aan de overgang naar elektrisch vervoer.” “Europese wetgeving moet competent, betrouwbaar en aanpasbaar zijn.”
Volkswagen, Mercedes en BMW hebben de afgelopen dagen allemaal hun groeiende scepsis geuit over de haalbaarheid van de doelstelling. De CEO van BMW voegde hieraan toe dat het verbod voorbijgaat aan belangrijkere problemen, zoals de CO2-impact van de productie van accu's, de exploitatie van grondstoffen en de rol van alternatieve brandstoffen zoals waterstof, en zich in plaats daarvan alleen concentreert op emissies.
Wat gaat er gebeuren?
Niettemin neemt de druk op de wetgeving toe. Dit geldt met name voor Duitsland, waar Chinese elektrische voertuigen een bedreiging vormen voor de tanende auto-industrie van het land.
Hiernaast hebben de hoofden van ongeveer 150 elektrische mobiliteitsbedrijven maandag een brief geschreven aan Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, waarin ze haar vragen om “niet terug te krabbelen” en vast te houden aan de doelstelling.
Het gaat om producenten van batterijen, exploitanten van laadstations en fabrikanten van elektrische voertuigen, zoals Polestar.