Volgens een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken omvatten de aangewezen groepen het in Duitsland gevestigde Antifa Ost, ook bekend als Antifa Oost of Hammerbande; de ​​Italiaanse Informele Anarchistische Federatie/Internationaal Revolutionair Front (FAI/FRI); en twee Griekse groepen, Gewapende Proletarische Justitie en Revolutionaire Klassen Zelfverdediging.

De groeperingen worden beschuldigd van het uitvoeren van aanvallen op overheids-, politieke en kapitalistische doelen in heel Europa.

Organisaties die aanzetten tot "gewelddadige aanvallen”

Het ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat de stap voortbouwt op president Donald Trumps "toezegging om Antifa's campagne van politiek geweld het hoofd te bieden". Hij beschreef de groepen als onderdeel van een netwerk van "revolutionaire anarchistische of marxistische" organisaties die aanzetten tot "gewelddadige aanvallen in binnen- en buitenland".

Het besluit komt twee maanden nadat Trump een uitvoerend bevel ondertekende om "Antifa" – een term die gebruikt wordt om extreemlinkse antifascistische groepen te beschrijven – aan te merken als "een binnenlandse terroristische organisatie".

"Ik zal ook sterk aanbevelen dat degenen die ANTIFA financieren grondig worden onderzocht", schreef Trump in september op Truth Social, waarbij hij de beweging "een zieke, gevaarlijke, radicaal-linkse ramp" noemde.

Antifa heeft geen centrale leiding of structuur en bestaat uit "onafhankelijke, radicale, gelijkgestemde groepen en individuen", aldus een rapport van de Congressional Research Service uit 2020.