De International Migration Outlook 2025 van de OESO toonde aan dat ongeveer 6,2 miljoen mensen zich vorig jaar permanent in OESO-lidstaten vestigden – een daling van 4% ten opzichte van 2023, na drie opeenvolgende jaren van groei.
Ondanks de daling bleef de totale migratie historisch hoog, met 15% boven het niveau van vóór de pandemie.
"Migratiestromen naar OESO-landen helpen het tekort aan arbeidskrachten aan te pakken en ondersteunen de veerkracht van OESO-economieën", aldus Mathias Cormann, secretaris-generaal van de groep, tijdens de presentatie van het rapport in België.
VS ziet stijging
Het rapport concludeerde dat de daling het meest uitgesproken was in Europa, waar de permanente migratie met gemiddeld 8% daalde. Het Verenigd Koninkrijk zag een van de grootste dalingen met 41%, terwijl ook in Duitsland, Finland, Italië, Zweden en andere EU-landen dalingen van meer dan 10% werden waargenomen.
Slechts enkele Europese landen, waaronder Ierland en Tsjechië, rapporteerden een stijging. In tegenstelling tot Europa steeg de migratie naar de VS sterk met 20%, gedreven door humanitaire aankomsten.
De VS bleven in 2024 de belangrijkste bestemming voor nieuwe migranten – vóór het aantreden van de huidige president Donald Trump in januari – met 1,42 miljoen mensen die zich permanent vestigden, gevolgd door Duitsland (586.000), Canada (484.000), het Verenigd Koninkrijk (436.000) en Spanje (368.000).
Gezinshereniging bleef de belangrijkste reden voor migratie en was goed voor 34% van alle permanente aankomsten.
De arbeidsmigratie daalde echter met 21% ten opzichte van voorgaande jaren, terwijl de humanitaire migratie aanzienlijk toenam, van 8% van de totale instroom in 2019 tot 13% in 2024.
Het aantal nieuwe asielzoekers bereikte een recordhoogte van 3,1 miljoen in alle OESO-landen, een stijging van 13% ten opzichte van 2023. De hoogste aantallen werden genoteerd in de VS, Duitsland en Canada, terwijl België op de 10e plaats stond met meer dan 33.000 nieuwe aanvragen.
Afhankelijkheid van migranten in de gezondheidszorg
Het rapport onderstreepte ook het belang van migratie voor de gezondheidszorg, met de opmerking dat 22% van de artsen en 17% van de verpleegkundigen in OESO-landen in 2020-2021 in het buitenland geboren waren.
De arbeidsparticipatie van immigranten bedroeg vorig jaar 70,9%, vergeleken met 72,1% onder autochtone bevolkingsgroepen. De werkgelegenheid onder vrouwelijke immigranten steeg in twee derde van de OESO-landen.
Ondanks deze winst blijven er inkomensverschillen bestaan. Nieuw aangekomen immigranten verdienden gemiddeld 34% minder dan autochtone werknemers, hoewel het verschil na vijf jaar in het gastland afnam tot 21%.
