In januari 2026 treedt voor het eerst een internationaal verdrag in werking dat de biodiversiteit op de volle zee moet beschermen. Het zogenoemde Vollezeeverdrag of BBNJ-verdrag (Biodiversity Beyond National Jurisdiction) werd in maart 2023 ondertekend en heeft intussen de steun van 69 landen, ruim boven de vereiste 60 ratificaties. Daarmee komt er eindelijk een juridisch kader voor een gebied dat bijna de helft van het aardoppervlak en twee derde van de oceanen beslaat, maar tot dusver vaak als het ‘mariene Wilde Westen’ werd omschreven.
Historisch akkoord
Het verdrag heeft als doel om tegen 2030 30 procent van de oceaan aan te wijzen als beschermd gebied. Voor elke economische activiteit op volle zee, zoals visserij of scheepvaart, zal voortaan een milieueffectenrapport nodig zijn. Ook is vastgelegd dat biotechnologische ontdekkingen met genetisch materiaal uit de volle zee niet enkel voorbehouden mogen zijn aan rijke landen of bedrijven, maar ten goede moeten komen aan de hele wereldgemeenschap.
“Dit is een historische mijlpaal,” zegt Lucie Debaere van de Belgische Federale Overheidsdienst Leefmilieu, die mee onderhandelde over de tekst. “Het is van cruciaal belang om mariene biodiversiteit te beschermen, hulpbronnen duurzaam te beheren en de wereldwijde samenwerking te versterken.”
Milieuorganisaties reageren voorzichtig optimistisch. “Voor het eerst hebben we een wettelijke basis om de volle zee te beschermen,” aldus Katie Matthews, hoofdwetenschapper bij Oceana. “Maar wat vandaag op papier staat, moet nu ook worden omgezet in echte bescherming. Dat vraagt ambitieuze maatregelen.”
Brussel of Valparaíso?
Om de uitvoering van het verdrag te coördineren, komt er een internationaal secretariaat. Twee landen hebben zich kandidaat gesteld om het te huisvesten: België en Chili.
België voert volop campagne om Brussel naar voren te schuiven als gaststad. “We hebben stevige expertise in mariene wetenschappen, sterke diplomatieke ervaring en uitstekende infrastructuur,” zei minister van Justitie en Noordzee Annelies Verlinden (CD&V) in New York, waar in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een Belgisch pitch-event plaatsvond. “Brussel is bovendien gemakkelijk bereikbaar, ook voor landen uit het mondiale zuiden.”
Chili profileert zich echter als geduchte tegenkandidaat. President Gabriel Boric benadrukte de indrukwekkende Chileense kustlijn van 6435 kilometer en de pioniersrol van zijn land in mariene bescherming. Ongeveer de helft van de Chileense territoriale wateren is beschermd, en Chili was een van de eerste landen die het verdrag ratificeerde. “Met alle respect voor België, maar Chili is een veel betere kandidaat,” aldus Boric.
Diplomatiek steekspel
Tijdens een feestelijke bijeenkomst in het St. Regis Hotel in New York, bijgewoond door onder anderen actrice Sigourney Weaver en oud-presidentskandidaat John Kerry, liet de Chileense president zich krachtig horen. Tot verrassing van de Belgische delegatie kreeg Boric daarbij openlijke steun van de Franse president Emmanuel Macron, die Chileens leiderschap op het vlak van een moratorium op diepzeemijnbouw prees. “Ik had mijn steun al toegezegd aan Boric, nog voor ik wist dat België ook kandidaat was,” gaf Macron toe.
België reageerde onverstoorbaar. “Frankrijk is een land als alle andere. We blijven gewoon campagne voeren,” zei minister Verlinden.
Beslissing in 2026
Waar het secretariaat uiteindelijk zal worden gevestigd, wordt beslist op de eerste conferentie van de verdragspartijen, die in augustus 2026 gepland staat. Elk land, groot of klein, heeft daarbij één stem. De inzet is niet zozeer economisch – het secretariaat zal aanvankelijk een vijftiental medewerkers tellen – maar vooral symbolisch en diplomatiek. Zowel Brussel als Valparaíso hopen zich met de zetel op de kaart te zetten als centrum van internationale samenwerking rond oceaanbescherming.