De initiatiefnemers creëren een duidelijke uitzondering voor organisaties die kunnen aantonen dat ze niet betrokken zijn bij schendingen van het internationaal recht en die genocide, onrechtmatige bezetting en apartheid openlijk hebben veroordeeld.
De focus ligt op instellingen en bedrijven, in plaats van op individuen of op Joden en Israëliërs per se.
Meer dan 750 individuele deelnemers
Deelnemende instellingen zijn onder andere TivoliVredenburg te Utrecht, het Bonnefantenmuseum in Maastricht, Theater Oostpool van Arnhem en het Nederlands Theaterfestival in Amsterdam.
Belgische vertegenwoordigers zijn het Museum voor Schone Kunsten Gent en de Koninklijke Vlaamse Schouwburg.
Meer dan 750 kunstenaars en artiesten uit beide landen, zoals Marlene Dumas, Tom Lanoye, David van Reybrouck en Ramsey Nasr, hebben persoonlijk deelgenomen.
Druk uitoefenen voor verdere isolatie
De organisatoren zien de boycot vooral als een symbolische actie binnen een grotere wereldwijde beweging, zoals No Music for Genocide. Ze geven aan optimistisch te zijn dat het druk zal uitoefenen op de verdere sportieve, academische, economische en politieke isolatie van Israël.
Belangrijke Amsterdamse instellingen, waaronder het Concertgebouw, Carré, het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum, kiezen ervoor zich er niet mee te bemoeien.
Het Stedelijk Museum omschrijft zijn standpunt als een beleid om politieke statements over oorlogen en conflicten te vermijden.