De inflatie in België is in september opnieuw boven de grens van 2 procent uitgekomen, na twee maanden daaronder te hebben gelegen. Volgens cijfers van statistiekbureau Statbel bedroeg de inflatie 2,12 procent, tegenover 1,91 procent in augustus.
Gemengd beeld: voedsel en diensten duurder, technologie goedkoper
Vooral voeding en diensten joegen de inflatie aan. Voedselinflatie steeg van 2,42 naar 3,32 procent, met uitschieters als rund- en kalfsvlees (+16,9%), koffie (+13,9%) en chocolade (+12,7%). Ook huishoudelijke diensten werden fors duurder (+21,8%), net als tickets voor sport- en culturele evenementen (+15,6%), rioleringsbijdragen (+14%) en juwelen (+13,1%).
Tegelijkertijd daalden de prijzen van energie en technologie. Elektriciteit werd 7,9 procent duurder, maar minder sterk dan vorige maand (toen +13,4%), terwijl aardgas zelfs 3,9 procent goedkoper werd. Op jaarbasis zakte de prijs van huisbrandolie met 11,6 procent. Televisies (-16,1%), smartphones (-14,2%) en computers (-12,4%) kenden eveneens stevige prijsdalingen.
Kerninflatie en gezondheidsindex
De kerninflatie – zonder energie en onbewerkte voedingsmiddelen – steeg van 2,3 naar 2,61 procent. De inflatie op basis van de gezondheidsindex, waaraan lonen en sociale uitkeringen gekoppeld zijn, liep op tot 2,15 procent. Toch werd de spilindex nog niet overschreden. Volgens het Federaal Planbureau gebeurt dat pas in januari 2026, wat zou leiden tot een loon- en uitkeringstoename van 2 procent in april volgend jaar.
Opvallend is dat het leven in september vergeleken met augustus 0,3 procent goedkoper werd. Dat komt vooral door seizoensgebonden prijsdalingen in de reissector: vliegtickets werden 14,8 procent goedkoper, hotelovernachtingen 8,3 procent.
Perfecte leerling volgens economen
Econoom Stijn Baert (UGent en lid van de Indexcommissie) noemt de huidige inflatie “de perfecte leerling”. “Met 2,12 procent zitten we exact in de buurt van het streefdoel van de Europese Centrale Bank (ECB), die mikt op ongeveer 2 procent op middellange termijn. Dat is hoog genoeg om deflatie te vermijden en laag genoeg om de koopkracht te beschermen.”
Toch ervaren veel gezinnen de situatie anders. Volgens Baert speelt daarbij het psychologische mechanisme van verliesaversie een rol: “We onthouden vooral de producten die duurder worden en minder de zaken die goedkoper zijn of stabiel blijven.”
Het Federaal Planbureau verwacht de komende maanden een lichte daling van de inflatie, met een mogelijk dieptepunt van 1,0 procent in februari 2026. Dat zou nog steeds ruim boven het deflatiepunt liggen, wat de economische stabiliteit ten goede komt.