De Britse veiligheidsdienst MI5 was veel nauwer betrokken bij het beschermen van de beruchte IRA-spion 'Stakeknife' dan eerder werd toegegeven. Terwijl de spion, naar alle waarschijnlijkheid Freddie Scappaticci, als informant voor de Britten werkte, was hij verantwoordelijk voor minstens 14 moorden en 15 ontvoeringen. Dit blijkt uit het vernietigende eindrapport van 'Operatie Kenova'.
Jarenlang werd aangenomen dat MI5 slechts een zijdelingse rol speelde bij het runnen van Stakeknife, die werd beschouwd als het "gouden ei" van de inlichtingendiensten tijdens The Troubles in Noord-Ierland. Het nieuwe rapport van het politieonderzoek, dat bijna 40 miljoen pond kostte en zeven jaar duurde, haalt die verdediging onderuit.
'Licence to kill'
Volgens het 160 pagina's tellende rapport was MI5 "nauw betrokken" bij het aansturen van de spion. De dienst werd regelmatig gebriefd en had inzage in alle inlichtingen. Het rapport concludeert hard: "Levens hadden gered kunnen en moeten worden." In plaats daarvan kreeg de bescherming van de spion prioriteit boven het beschermen van burgers en zelfs andere agenten.
Stakeknife was niet zomaar een informant; hij was het hoofd van de 'Nutting Squad', de interne veiligheidsdienst van de IRA. Ironisch genoeg was het zijn taak om verraders binnen de IRA op te sporen, te martelen en te executeren. Terwijl hij dit deed, speelde hij informatie door aan de Britten. MI5 en het leger wisten van zijn misdaden, maar grepen niet in. Sterker nog, zijn Britse begeleiders haalden hem zelfs twee keer weg uit Noord-Ierland voor een 'vakantie' toen hij gezocht werd door de politie voor moordplannen.
Wie was Stakeknife?
Hoewel het rapport vasthoudt aan het overheidsbeleid om spionnen niet officieel bij naam te noemen (het 'Neither Confirm Nor Deny'-beleid), is het een publiek geheim dat Stakeknife de codenaam was voor Freddie Scappaticci.
Scappaticci, een man uit West-Belfast, infiltreerde in de jaren 70 in de IRA en werkte tot in de jaren 90 voor de Britten. Hij werd rijkelijk beloond voor zijn verraad; hij ontving tienduizenden ponden en hulp bij de aankoop van vastgoed. In 2003, toen zijn dubbelrol dreigde uit te lekken in de media, werd hij door de veiligheidsdiensten in veiligheid gebracht in Engeland. Hij leefde daar jarenlang onder de naam Frank Cowley in Woking (Surrey) en stierf in 2023 op 77-jarige leeftijd, zonder ooit veroordeeld te zijn voor zijn daden.
Vernietigende kritiek op geheimhouding
Jon Boutcher, de voormalige onderzoeksleider van Operatie Kenova en huidige hoofdcommissaris van de Noord-Ierse politie, haalt in het rapport fel uit naar de Britse overheid en MI5. Hij noemt het weigeren om Scappaticci officieel als Stakeknife te identificeren "onhoudbaar en grenzend aan een klucht".
Daarnaast onthult het rapport dat MI5 het onderzoek jarenlang heeft tegengewerkt. Pas in april 2024 ontdekte MI5 honderden documenten die cruciaal waren voor het onderzoek, lang nadat het Openbaar Ministerie al had besloten niemand te vervolgen. Het rapport stelt dat dit kan worden gezien als een poging om "het onderzoek te beperken, tijd te rekken, vervolgingen te voorkomen en de waarheid te verhullen."
Excuses en woede
De directeur-generaal van MI5, Sir Ken McCallum, heeft excuses aangeboden voor de late vrijgave van de documenten en zijn medeleven betuigd aan de families van de slachtoffers. Hij houdt echter vol dat er geen materiaal "opzettelijk" is achtergehouden.
Voor de nabestaanden van de slachtoffers zijn de excuses en het rapport een bevestiging van wat ze al jaren vermoedden, maar het biedt weinig troost. Paul Wilson, wiens vader in 1987 door de IRA werd vermoord, noemt het ontbreken van de officiële naam in het rapport een gemiste kans: "Hoe kun je zeggen dat we de waarheid krijgen als dat cruciale detail ontbreekt?" Advocaten van de families noemen het rapport "een klap in het gezicht" en eisen alsnog een volledig excuus van de staat voor wat zij een "door de staat gesponsorde moordoperatie" noemen.
Achtergrond: The Troubles
Het schandaal rondom Stakeknife is een van de donkerste hoofdstukken uit The Troubles, het bloedige conflict in Noord-Ierland dat duurde van eind jaren 60 tot het Goede Vrijdagakkoord in 1998. In de strijd tussen pro-Britse unionisten en Ierse nationalisten (zoals de IRA) vielen ongeveer 3500 doden. Het Kenova-rapport legt pijnlijk bloot hoe ver de Britse inlichtingendiensten gingen in hun 'vuile oorlog' tegen de IRA, waarbij de grens tussen wetshandhaver en crimineel volledig vervaagde.












