De arbeidsmigratie naar België lijkt over haar hoogtepunt heen. Terwijl er in Vlaanderen momenteel nog altijd zo’n 235.000 vacatures openstaan, doen bedrijven steeds minder een beroep op buitenlandse werknemers die tijdelijk vanuit andere EU-landen worden gedetacheerd. Dat blijkt uit cijfers van het federaal migratiecentrum Myria, waarover De Tijd donderdag berichtte.
In 2024 werkten 205.000 mensen in België onder de Europese detacheringsregels — bijna een kwart minder dan tijdens de piek in 2017, toen het er 267.000 waren. Bij detachering kan een werknemer, bijvoorbeeld een Portugese bouwvakker, tijdelijk op een Belgische werf werken terwijl hij onder de Portugese sociale zekerheid blijft vallen.
Toename van dubbele detachering
Opvallend is dat een groeiend deel van de buitenlandse arbeidskrachten via zogenaamde ‘dubbele detachering’ naar België komt. Daarbij worden niet-EU-werknemers eerst aangeworven in een EU-lidstaat en vervolgens door hun werkgever doorgestuurd naar België. Vorig jaar werkten op die manier bijna 50.000 mensen in ons land, een stijging met 10 procent in twee jaar tijd. De meest voorkomende herkomstlanden zijn Oekraïne, Brazilië, Wit-Rusland, Bosnië en Herzegovina en India.
Andere signalen van vertraging
Ook andere indicatoren wijzen op een afkoeling van de arbeidsmigratie. Het aantal visa voor lang verblijf om beroepsredenen daalde in 2024 met 9 procent tot 8.133. Het aantal mensen dat voor het eerst een verblijfstitel omwille van werk kreeg, stagneert eveneens: in 2023 ging het om 39.142 personen.
Hoewel het tekort aan arbeidskrachten in diverse sectoren nijpend blijft, lijken Belgische bedrijven minder vaak een beroep te doen op buitenlandse werknemers. Myria stelt vast dat vooral de klassieke intra-Europese detachering terrein verliest, terwijl de nieuwere stroom van ‘dubbel gedetacheerden’ uit derde landen voorlopig licht blijft groeien.